Tussen 1866 en 1907 bouwden de gebroeders Gradussen uit Winssen in totaal 37 stuks kerkorgels in de wijde regio rondom het land van Maas en Waal. Zo bevinden zich onder andere orgels van de Gradussen in de kernen en steden Alem, Arnhem, Beuningen, Haren, Haarsteeg, Hoogeloon, Megen, Wijchen en Veendaal.

Volgens onderzoek door Danny Koschinski zouden er op dit moment nog 24 orgels bestaan en dat aantal wordt helaas elk jaar minder. De kerkgebouwen worden in toenemende mate gesloten, gesloopt of vallen ten prooi aan projectontwikkelaars en krijgen een herbestemming als theaterzaal of bewoning. Daarmee dreigt de tastbare nalatenschap van deze orgelbouwers ook te verdwijnen.

De in Afferden geboren Gradus Gradussen was een veelzijdig mens.

De Start

In de tweede helft van de vorige eeuw, zo rond 1800, startte Gradus Gradussen (1798-1880) met het bouwen van kerkorgels. Gerardus Gradussen was geboren op 16 februari 1798 te Afferden.

Hij was een zoon van Jan Gradussen uit Afferden, die op 3 mei 1794 was getrouwd met Catharina van de Kerkhof uit Horssen.

In 1830 vestigde Gradus zich aan de Deijnsche-straat te Winssen, dit was de woonplaats van zijn kersverse echtgenote Petronella van Welie, had gevestigd.

Gradus werkte eerst als timmerman en later als meestertimmerman. In die jaren groeide ook zijn interesse voor de orgelbouw en hij ontwikkelde zich in twintig jaar tot architect én orgelbouwer.

Als architect ontwierp hij de volgende gebouwen:

  • Pastorie van Ewijk
  • Pastorie van Deest
  • Sint-Antonius-Abtkerk te Wijchen
  • Waterstaatskerk van Beuningen (later gesloopt)
  • Kerk van Deest, verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog

Later werd hij ook wethouder van de toenmalige gemeente Ewijk.

Gradus werkte aan de orgels samen met zijn personeel en in een later stadium traden twee van zijn zonen ook toe tot het bedrijf. Dit waren Willem (1831) en Henricus (1839). Henricus, orgelbouwer te Winssen, is gehuwd met Jacoba Roelofse.

Foto: Gradus Gradussen


De firma Gradussen

Gezamenlijk ontwerpen en maken zij alle soorten kerkmeubilair en hebben vaak de leiding bij de bouw van een kerk. Na de nodige ervaring te hebben opgebouwd ontpopt de firma zich als architect en aannemer voor kerkenbouw.

Een voorbeeld hiervan is de bouw van de St. Antoniusabtkerk in Wijchen (1854), waarin in 1889 door Gradussen een orgel wordt geplaatst.

De nog bestaande pastorie van Ewijk en Deest, de kerk van de Heilige Antonius Abt in Wijchen alsmede de voormalige waterstaatskerk van Beuningen en de in de oorlog verwoeste kerk van Deest kwamen van de tekentafel van deze Winssenaar.

En passant bouwde hij in 1851 ook een orgel voor de hervormde kerk van Beuningen (sinds 1997 weg en inmiddels herplaatst in Zuiderwoude), waarmee hij de grondslag legde voor “Gebrs. Gradussen Orgelfabrikanten Winssen bij Nijmegen” zoals het bedrijf op de officiële papieren heette. Die gebroeders Gradussen waren Willem en Hend, twee zoons van Gradus.

In 1867 kreeg de hervormde kerk aan de Kattenburg in Druten het tweede Gradussenorgel en vervolgens vonden de in Winssen gefabriceerde orgels hun weg door heel Nederland.

De orgels van de Walburgis- en de Martinuskerk in Arnhem zijn, samen met het in 1889 in de door vader Gradussen gebouwde Antonius Abt van Wijchen geplaatste orgel, de grootsten. Maar ook in onder meer Meppel, Wageningen, Wervershoof, Groenlo, Veenendaal, Schiedam, Winschoten en, dichterbij huis, Appeltern, Megen en Deest werden de missen voortaan opgeluisterd met muziek van een Gradussen-orgel.

Het eerstgebouwde orgel te Deest ging in 1945 samen met de kerk ten onder.


Vakwerk

Van huis uit zijn zij timmerlieden en van hen werd toen verondersteld dat zij niet over orgelmakerskwaliteiten beschikken. Het tegendeel is inmiddels bewezen.

Naast orgelbouw verrichten zij in vele kerken onderhoudswerk en voerden zij reparaties uit.

De Gradussen beschikten over goede kennis van houtbewerking en zij blijken veelzijdige lieden te zijn. Dit komt tot uiting in hun beeldhouwwerk, legeringen van metalen voor de pijpenfabricage en kennis van mechaniek voor een doelmatig functioneren van orgels.

De firma Gradussen bouwde orgels van zeer bijzondere en degelijke kwaliteit.

Hun werk getuigt van degelijkheid en technisch goed onderbouwd.

De firma Gradussen ontwikkelde een eigen systeem van benamingen en het noteren hiervan, bij vele collega’s veroorzaakte dat problemen.


De Techniek

Opvallend bij de Gradussen-orgels is de windvoorziening. De balgen zijn royaal uitgevoerd, waarmee een extra windreserve mogelijk is. Op de registertrekkers brachten zij wit-porceleinen naamplaatjes aan met tekst.

Het orgelwerk en vooral het pijpmensuren werk van Gradussen is vooral georiënteerd op het werk van de Franse orgelbouwer Dom Bédos de Celles.

Daar de firma Gradussen bekend staat als ontwerpers van kerkinterieurs maakten zij in die hoedanigheid vaak zelf de orgelkast. De Culturele Raad van Brabant spreekt een eeuw later van “hooggekwalificeerd orgelwerk van de Gradussen”.


Na grondig onderzoek door historicus Piet van de Geer uit Winssen is een uitgebreid artikel verschenen in één van de edities van de historische vereniging Beuningen, dit vormt de basis voor deze website. Kijk verder voor informatie met meer detail.

(zie Bronvermelding)