De Historie

Jaar eerste werken

1904

Historie

• 1904 - Gebouwd door firma Franssen te Roermond
• 1929 - Ombouw door firma Valckx en van Kouteren te Rotterdam
• 1996 - Renovatie door firma Nijsse uit Oud-Sabbinge

Algemeen

In 1900 werd de driebeukige Beuningse Waterstaats­kerk afgebroken en vervangen door een nieuw, neogotische kerk­gebouw: de huidige Sint Corneliuskerk. Deze werd in 1901 ingewijd.

Bij de bouw werd de middel­eeuwse kerktoren uit budgettaire overwegingen in de toren van de nieuwe kerk opgenomen, de muren hiervan zijn dan ook uitzonderlijk dik hierdoor. Aan de oostzijde herinnert een gedenk­steen aan bouwpastoor Van der Loo (1891 - 1912) die de gemeenschap, met enige hulp van aannemer G. Mestrum en architect C. Franssen dit monument naliet. Voor de bouw was een bedrag van fl. 40.007,94 nodig.

1903 - Vernieuwing orgel

In het jaar 1903-1904 is door de kerk ƒl 3.150,= uitgegeven om het oude orgel hoofdzakelijk te laten vernieuwen. Deze restauratie is gedaan door de firma Franssen te Roermond. Belangrijke delen van het orgel uit de vorige kerk werden behouden voor de nieuwe kerk. Zo blijkt bij de bouw ouder pijpwerk te zijn, afkomstig van een door Gradus Gradussen in 1851 gebouwd orgel, daarbij deels gebruik makend van pijpwerk dat weer afkomstig was uit een achttiende-eeuws kabinetorgel en gebouwd door Knipscheer.

Het orgel kreeg in 1904 twee neogotische kassen en werd omgebouwd naar pneumatische tractuur, hierbij worden de speelbewegingen in plaats van door een mechaniek, door middel van luchtdruk via een stelsel van leidingen en membranen naar de pijpen overgebracht. In principe kan dit systeem werken zonder elektrische stroom, maar de luchtvoorziening van de blaasbalg vergt dan wel de inzet van een paar zeer krachtige benen!

De overgeplaatste oude blaasbalg bleek echter niet tegen zijn verzwaarde taak opgewassen en voor een extra bedrag van ƒ 150 werd deze vervangen door een nieuwe. Firma Franssen leverde het instrument af met 2 klavieren en 18 stemmen. Eind januari 1904 is het orgel ingewijd.

1929 - Aanpassingen

In 1929 bouwde de firma Valckx en van Kouteren uit Rotterdam het orgel om. Men verving onder andere de membraanladen door kegelladen (die bedrijfszekerder waren), installeerde een nieuwe speeltafel, en bouwde vijf nieuwe registers bij. De ombouw bracht tevens een wijziging van het exterieur met zich mee. Na de verbouwing werd het orgel herplaatst in twee afzonderlijke kasten, een kwartslag gedraaid en met de fronten tegenover elkaar. Uiteraard bleef de pneumatiek als zodanig behouden, met alle nadelen van dien, speciaal op het gebied van het onderhoud. In 1967, 1985 en 1993 kreeg het instrument een opknapbeurt.

1993 - Restauratie

In 1993 is het orgel opnieuw gerestaureerd. De Nasard 2⅔' van het Zwelwerk is niet origineel, vermoedelijk is deze daarbij op de plaats van een Salicionaal 8' gekomen. In enkele maanden tijd werden door enkele vrijwilligers onder andere 1.400 membramen vervangen. Firma Nijsse uit Oud-Sabbinge rondde het werk af.

Orginele dispositie

Status orgel